60. Schaken in de Nederlanden vóór de 19e eeuw
De opkomst van het schaakspel
Na de achteruitgang van het aloude triktrak in de tweede helft der 18e eeuw spelen de Nederlanders nog twee bordspelen die minstens vanaf de vroege middeleeuwen populair zijn [Van der Stoep, de Ruiter & van Mourik 2021:140-1]: dammen en molenspel. En aarzelend komt er een spel op dat de Nederlanders in deze tijd via geïmporteerde Franse schaakboeken herontdekken: het schaakspel (hoofdstuk 42). In de vroege 19e eeuw begint het schaakspel een opmars (hoofdstuk 58).
In de 16e en 17e eeuw schaakten er weinig Nederlanders (hoofdstuk 40) en hoofdstuk 41). In de middeleeuwen, stond het schaakspel er toen in Nederland beter voor? Tot nu toe kon ik er bij gebrek aan gegevens niets over zeggen, maar recent Amsterdams onderzoek maakt dit alsnog mogelijk.
Vergelijkend onderzoek
“Schaken is en was het grote Europese bordspel”, verzekeren geschiedschrijvers van het schaakspel ons. Hun werkwijze: zij deden archeologisch onderzoek, zij spoorden schaakhandschriften en schaakboeken op, en zij noteerden verwijzingen naar het schaakspel in oudere literatuur. Zij zijn en waren zich er niet van bewust dat dergelijk onderzoek mank gaat/ging aan een fundamentele tekortkoming. Want hoe kun je weten dat het schaakspel het grootste, het populairste, bordspel is geweest indien je de positie van het schaakspel niet vergelijkt met de positie van andere bordspelen als dammen, triktrak en molenspel?
Ik loop om deze valkuil heen door stelselmatig te vergelijken. In hoofdstuk 40 bijvoorbeeld kon ik de populariteit van in Amsterdam en omgeving gespeelde bordspelen vergelijken op basis van onderzoek door de Nederlander Gerbert Willemzoon Bakker. Zo noteerde hij in Amsterdamse huishoudens 106 damborden tegenover 8 schaakborden. Maar zijn onderzoek had een nadeel: hij noteerde de spelborden niet systematisch. Inmiddels beschikken we voor de stad Amsterdam over nieuwe en betrouwbaarder cijfers. In 2021 en 2022 zette het Amsterdams Archief duizenden oude stukken van notarissen online, inventarissen van Amsterdamse burgers die tussen 1600 en 1699 in het huwelijk traden of overleden. Onze landgenoot Jan de Ruiter, dammer en historisch onderzoeker, viste er de spelborden uit en zette ze in een tabel.
Amsterdam | Tiktakbord | Dambord | Schaakbord |
1600-1624 | 2 | 2 | – |
1625-1649 | 2 | 7 | – |
1650-1674 | 27 | 10 | 4 |
1675-1699 | 28 | 11 | 1 |
+ | 78 | 30 | 5 |
Het is niet toegestaan om de drie bordspelwoorden te lezen alsof ze dateren uit onze tijd. Een vervelende eigenschap van woorden is namelijk dat ze een andere betekenis kunnen krijgen. We moeten dus nagaan of Ned. tiktakbord, Ned. dambord en Ned. schaakbord in de 17e eeuw dezelfde betekenis hadden als in de 21e eeuw. Waarschijnlijk hangt de betekenis af van het materiaal. In de 21e eeuw heeft elk bordspel z’n eigen bord, maar niet in de 17e eeuw. In de 17e eeuw speelde Europa, ook Amsterdam, vooral bordspelletjes met de speldoos. De Ruiter legde een bestand aan van fysiek bewaard gebleven spelborden en van afbeeldingen van spelborden in de beeldende kunst. De ene helft van de speldozen, type 1, had een patroon voor het triktrakspel. De andere helft, type 2, had daarnaast altijd nog een 64-veldenpatroon voor het schaakspel en het damspel. Ongeveer de helft der speldozen van type 2 had daarenboven nog een patroon voor het molenspel.
Ik deed een semantische analyse. Welnu, in de 17e eeuw betekende Ned. tiktakbord speldoos met triktrakpatroon (speldoos type 1). Ned. dambord had twee betekenissen: ten eerste niet-spelspecifiek speldoos met een triktrakpatroon, een 64-veldenpatroon en eventueel een molenpatroon (speldoos type 2), ten tweede spelspecifiek bord om te dammen.
Een complicatie is dat de Nederlanders in de 17e eeuw een damvariëteit uitvonden, of importeerden, die werd gespeeld op een bord met 100 velden. Daardoor kan een deel van de 30 vermeldingen van Ned. dambord uit de tabel betrekking hebben op platte borden met 100 ruiten.

Aertgen Claeszn. van Leyden (1500-1550): triktrakspelers
Speldoos type 2 verloor zijn naam Ned. dambord
In de noordelijke Nederlanden, dat is het huidige Nederland, verloor Ned. dambord zijn betekenis speldoos met triktrakpatroon, 64-veldenpatroon en molenpatroon waarschijnlijk rond 1725, toen de speldoos grotendeels in onbruik raakte [Van der Stoep, de Ruiter & van Mourik 2021:166-7]. In de zuidelijke Nederlanden, dat wil zeggen het Nederlandstalige deel van het huidige België (Vlaanderen en Brabant) behield Ned. dambord zijn betekenis speldoos tot in de 19e eeuw, zo blijkt uit een artikel in het in Gent uitgegeven tijdschrift “Messager des sciences historiques, des arts et de bibliographie en Belgique”, 1855:98.
“Het relatief grote aantal triktrakborden was typerend voor Amsterdam”, meldt De Ruiter, “in de kleinere plaatsen ten noorden van Amsterdam was in de 17e eeuw het aantal damborden sterk in de meerderheid”.
Het verklaren we dit? Wel, nieuwe modes en voorkeuren ontstaan in de grote stad. Waar bewoners van dorpen en kleinere steden vasthielden aan het damspel, gingen Amsterdammers in de 17e eeuw de voorkeur geven aan het triktrakspel.
Speldoos type 2 kreeg zijn naam Ned. dambord
Speldoos type 2 kreeg zijn naam Ned. dambord in de 16e eeuw. Met dit type kon een speler triktrakken, dammen, schaken en molenspel spelen (indien er een molenpatroon was aangebracht), maar de taalgebruiker noemde het meubel Ned. dambord. Dit kan alleen zijn gebeurd wanneer de Nederlander de speldoos vooral te voorschijn haalde om ermee te dammen. Men zag het als het ware als een dambord. En dit leidt tot de conclusie dat in de 16e-eeuwse Nederlanden het damspel populairder was dan enig ander bordspel.
Dammen in middeleeuws Amsterdam
Is het denkbaar dat de Nederlanders in de middeleeuwen het damspel nauwelijks speelden, maar dat de invoering van de speldoos omstreeks 1500, dat is op de grens van de middeleeuwen naar de nieuwe tijd, de populariteit van het damspel heeft aangejaagd? Nee. De speldoos was niet meer dan een verbeterde versie van het middeleeuwse bord. Het middeleeuwse bord was plat en opvouwbaar met aan de ene kant een 64-veldenpatroon en aan de andere kant een triktrakpatroon, zie hoofdstuk 13 LINK De populariteit van het damspel in de 16e eeuw moet dus de voortzetting zijn geweest van de middeleeuwse situatie. Helaas kan ik deze conclusie niet ondersteunen met Nederlands bewijsmateriaal, dit ontbreekt.
Ik kan evenwel wijzen op de parallel met Frankrijk. Net als in Nederland kreeg de speldoos in Frankrijk in de 16e eeuw de naam voor het dambord, namelijk Fr. damier (hoofdstuk 37), en net als in Nederland was het damspel dus in 16e-eeuws Frankrijk het populairste bordspel, voortzetting van de populariteit in de 15e eeuw. Er is bewijsmateriaal dat het damspel in Frankrijk niet alleen in de 15e eeuw populair was maar ook in een onbekend aantal eeuwen daarvóór (hoofdstuk 13, hoofdstuk 14, hoofdstuk 22). Het is voor de Nederlandse situatie belangrijk dat we dit weten, omdat de Nederlandse cultuur in de middeleeuwen sterk onder invloed stond van de Franse cultuur. De meeste Nederlandse literaire werken bijvoorbeeld waren vertalingen uit het Frans.

Omgeving Adriaan Brouwer (ca. 1630): kroegdammers
Schaken in Amsterdam
De cijfers uit de tabel zijn duidelijk: in 17e-eeuws Amsterdam werd weinig geschaakt. Onduidelijk is, wanneer de notaris de naam Ned. schaakbord noteerde; trof hij speldoos met schaakstukken aan of een 64-veldenbord met schaakstukken?
Evenmin als in andere regio’s in de Nederlanden, werd in middeleeuws Amsterdam weinig geschaakt. Voor deze uitspraak kan ik me niet beroepen op bewijsmateriaal, ik beroep me op de parallel met Frankrijk: er werd in Frankrijk geschaakt, maar alleen in kleine besloten groepen (hoofdstuk 16 LINK). Ook in Engeland was dammen een veel groter spel dan schaken, zie hoofdstuk 15 LINK voor bewijs uit de 14e eeuw.
Het moet toch meer dan toeval zijn. In drie culturen staat de analyse van taalverschijnselen me toe vast te stellen dat het damspel een groot spel en het schaakspel een klein spel was.