36. Schaken in namiddeleeuws Duitsland
In de 16e en 17e eeuw was dammen het grote Europese bordspel, stelde ik in hoofdstuk 16 en 20. Het triktrakspel kwam op de tweede plaats. Ook het molenspel was populair, zie hoofdstuk 34, maar het bezat een lage status. Schaken was een maatschappelijk onzichtbaar spel, slechts gespeeld door kleine geïsoleerde gezelschappen uit de hoogste klassen. Onder de leden van deze gezelschappen bezat het schaakspel zonder twijfel een hoge status.
Mijn uitkomsten zijn gebaseerd op onderzoek van de terminologie van bordspelspelers. Zo vond ik, om een voorbeeld te noemen, dat triktrakspelers in Frankrijk in de 16e en 17e eeuw, mogelijk al in de 15e, een nieuwe naam voor hun spel nodig hadden. Ze pikten toen doodleuk de naam in die schakers aan hun spel gaven: jeu des eschecs. De naam was als het ware vrij voor gebruik. Het bewijst dat de spelnaam jeu des eschecs nauwelijks werd gebruikt. Het staat mij toe te concluderen dat het schaakspel buiten die geïsoleerde gezelschappen niet werd gespeeld en dus in de Franse samenleving onzichtbaar was. En als dat voor Frankrijk gold, gold dat ook voor een land als Duitsland.
In gesprek met Harold Murray
Ik moet optornen tegen de mening van de gevestigde orde, vertegenwoordigd door bijvoorbeeld Harold Murray. Voor ik dat doe laat ik een afbeelding zien uit een Latijn-Duits-Frans woordenboek uit 1761 en drie 19e-eeuwse afbeeldingen uit het lotto-spel. Ze bevestigen de uitkomst van mijn linguïstische analyses: het 64-veldenbord werd niet gezien als schaakbord maar als dambord.
Primitiva Latinae Lingvae, Germanice. Explicata, Gallice Accommodata, Et Figvris Illvstrata = Lateinisch- Teutsch- und Französisches Wörter-Buch : der lieben
Jugend zum nüzlichen und ergözlichen Gebrauch, mit 1700. Figuren gezieret, und
einem teutschen Register versehen (1761).
Nummer 18: 64-veldenbord met schijven.
Lotto-spel 1830. Vierde rij: Damenbrett.
Lotto-spel 1840. Eerste rij vierde plaatje: Damenbrett.
Lotto-spel 1850. Nummer 35: Damenbrett.
Murray [1913:851] ziet het onder het kopje Duitsland, 1540-1790 (ik vertaal) geheel anders. “Wanneer we maar weinig horen over schaken in Duitsland in de eerste drie eeuwen na de invoering van de nieuwe schaakkoningin aan het eind van de 15e eeuw, is dit niet te wijten aan een verminderde populariteit van het schaakspel na 1500 maar eerder aan het isolement waarin Duitse schakers verkeerden”, stelt Murray. “Dit isolement verhinderde hen te profiteren van de vooruitgang die schakers in andere landen boekten. Alle indicaties wijzen erop dat het schaakspel gedurende de periode 1540-1790 de populairste bezigheid binnenshuis was van de hoogste klasse en de middenklasse. Een paar vermeldingen bewijzen dit afdoende”.
Ik noteer Murray’s vermeldingen, er commentaar op leverend.
Murray (1): “Er zijn vele fraaie schaakborden, zowel in musea in Duitsland als elders, die in Duitsland zijn vervaardigd. Ze dateren van omstreeks 1600”.
Dit beschouw ik als een ongeldig argument. Murray claimt het 64-veldenbord als schaakbord, maar het was zowel schaakbord als dambord. Het woordenboek en de lotto-afbeeldingen geven ons de informatie dat het 64-veldenbord in Duitsland werd geïdentificeerd met dammen en niet met schaken.
Murray (2): “Johann Friedrich von Sachsen en Ernest, hertog van Brunswick, waren in de gevangenis aan het schaken toen Johann Friedrich de aanzegging kreeg dat hij ter dood zou worden gebracht”.
Berust deze informatie op een betrouwbare bron? De Elector kwam door zijn banden met protestantse kringen in conflict met de rooms-katholieke keizer Karel V. De keizer zette hem gevangen in Brussel. Omstreeks het jaar 1547 schilderde een van Karels hofschilders Johann Friedrich von Sachsen aan een bord met schaakstukken. Johann Friedrich was echter niet aan het schaken maar aan het dammen: de stelling laat zich herleiden tot de aanvangsstand van een dampartij. Het schilderij kent twee versies, respectievelijk bewaard in een museum in Gotha en Leipzig.
Dammen met schaakstukken gebeurt nog tot in onze tijd. Víktor Bautista i Roca uit Santa Coloma de Gramenet, een plaats vlak bij Barcelona, schreef in antwoord op een vraag in de groep Board Game Studies over dit schilderij: “Het is dammen, zoals ik het sinds mijn prille jeugd speelde. Je gebruikt pionnen in de twee voorste rijen en paarden en toren en lopers in de derde rij. Wanneer een pion wordt geslagen of promoveert kun je beter een van de officieren vervangen, omdat het fijner is met alleen pionnen te spelen. Wanneer je een pion laat promoveren gebruik je eerst de koningin, daarna de koning en pas daarna lopers of torens. Volgens mij had ik tot m’n twintigste geen damschijven, ik damde altijd met schaakstukken”.
De Duitser G.P. Nussbiegel noemt dammen als het favoriete bordspel van vertegenwoordigers der hoogste sociale kringen. Hij deed dit in zijn boek “Die Kunst die Welt erlaubt mitzunehmen in den verschiedenen Arten der Spiele, so in Gesellschaften höhern Standes, besonders in der Kayserlichen-Königlichen Residenz-Stadt Wien üblich sind (…)”. Het verscheen in 1756 in Wenen en Neurenberg. Het bevat een gravure van dames en heren uit de hoogste standen met het onderschrift: An einem Tisch kan der geneigte Leser sich die Bildung von dem l’hombre, wie an dem andern Tisch von dem Dambret machen. Beyde sind die vorzüglichsten Spiele bei dergleichen Versammlungen. Vertaling: Aan de ene tafel ziet de welwillende lezer een voorstelling van hombre, aan de andere een voorstelling van het damspel. Dit zijn de favoriete spelen in dergelijk gezelschap.
Murray (3): “Thomas Hyde (…) vertelt dat Duitse kooplieden schaakten op de marktpleinen waar ze elkaar ontmoetten om handel te drijven”.
Hoe betrouwbaar is Hydes mededeling? Hyde bracht zijn hele leven door in zijn geboorteland Engeland [Bell 1969:184-6] en heeft de informatie dus van derden. Echter, behalve uit de lotto-plaatjes blijkt nog uit een tweede bron dat de Duitse samenleving onbekend was met het schaakspel.
Duitse kinderen leerden vroeger lezen door ABC-boeken, dat zijn boeken met plaatjes uit de vertrouwde omgeving van het kind. Onder de plaatjes de namen van wat de plaatjes uitbeelden.
De afbeeldingen uit 1815 respectievelijk 1827 spreken voor zich: het damspel behoorde tot de vertrouwde omgeving van het kind. Voor een Duits kind deed het Damenbrett, het 64-veldenbord, dienst als dambord.
Schaken was in de Duitse samenleving onzichtbaar
Mijn conclusie: in de Duitse samenleving bestond het schaakspel niet. Er werd echter wel degelijk geschaakt, maar alleen door geïsoleerde gezelschappen. Murray voert het dorp Ströbeck aan als argument voor zijn aanname dat het schaakspel in Duitsland zo’n populariteit genoot: al in 1600 was het beroemd omdat schaken er zo populair was. Buiten het dorp kennelijk niet, dus is dit dorp weer een voorbeeld van een geïsoleerde schaakgemeenschap.
Het Hauptstatsarchiv Stuttgart, onderdeel van het Landesarchiv Baden‒Württemberg, zette inventarisaties van Kunstkammern (kunstcollecties) uit Württemberg online, zie https://www2.landesarchiv-bw.de/ofs21/olf/struktur.php?bestand=2988&klassi=&anzeigeKlassi=005.005&letztesLimit=&baumSuche=&standort=&inhaltHauptframe=unterebenen&unterebenenId=3858840&syssuche=&logik.
We treffen tot 1710 Brettspiele (speldozen), schaakborden, eenmaal een schaakstuk en eenmaal dambord aan. Een of meer schaakborden in de Kunstkammer van Stuttgart 1548 en 1662, Kunstkabinett 1631, Alten Schlosses und benachbarte Hofgebäude (het oude slot en nabij gelegen gebouwen die tot het slot behoren) 1634, Professor Schuckart 1708. Een schaakstuk bij Hertog Leopold Eberhard von Württemberg-Mömpelgard 1699. Degene die in 1693 de Kunstsachen und kostbaren Raritäten (kunstobjecten en kostbare curiositeiten) van prins Karl Rudolf von Württemberg-Neuenstadt inventarisateerde, noemt ditzelfde bord met 64 velden echter ein Damespiel aus Achat, dessen Quadrate aus Miniaturgemälden bestehen (een dambord van agaat met velden waarop miniatuurschilderijen zijn aangebracht). Heette het dambord omdat er schijven op waren geschilderd? Het is aangebracht op de achterzijde van een stalen spiegel.
Omstreeks 1700 poseerden een onbekende vrouw en een man in een kasteel, Schloss Weikersheim, dat destijds eigendom was van het vorstengeslacht van de Hohenzollern, dat koningen leverde aan onder meer Pruisen en het Duitse Keizerrijk, met een dambord met schijven tussen hen in, zie afbeelding. Tegenwoordig is het slot bezit van de Staatliche Schlösser und Gärten Baden-Württemberg. Zie voor een kleurenreproductie de iconografie van Mourik & Stoep 2019:93. Deze iconografie bevat meer reproducties van schilderijen, ook uit andere Europese landen, waarop leden van een adellijk geslacht poseren bij een dambord met schijven. Kennelijk was het damspel een symbool van hun maatschappelijke status.
Ik handhaaf mijn conclusie: in de Duitse samenleving bestond het schaakspel niet. De intrigerende verhouding tussen schaken en dammen in Duitsland verdient echter voortgezet onderzoek.