Hoofdstuk 16

 

16. Het onzichtbare schaakspel
 In onze tijd met zijn overvloed aan keuzemogelijkheden hiphopt menig kind van vereniging naar vereniging eer het blijft hangen bij ballet, de harmonie of de hockeyclub. Zo’n keuze is dan vaak voor het leven. Een verslaving, zo mag ik het toch wel noemen? Van de prettige soort.
 Bezorgde pedagogen waarschuwen voor de smartphone, de X-box en dergelijke apparatuur: pubers raken verslaafd. Dat beschouwen ze als een ongewenste verslaving. Pubers kunnen ook verslaafd raken aan schaken of dammen. Ook de aantrekkingskracht van deze twee bordspelen kan een heel leven duren; een toernooi trekt dan ook veel gepensioneerde spelers en toeschouwers.
 “Niets veranderlijk dan de mens” (?). Nou, daar zet ik bij het zien van deze foto’s van het Tata-schaaktoernooi 2018 vraagtekens bij.
Tata toernooi 2018a

Tata toernooi 2018
 Ander voorbeeld. Ieder van ons heeft beelden kunnen zien van de Syrische stad Homs voor en na de verwoesting. Het heeft strijders van allerlei partijen een paar jaar gekost. De infrastructuur, zeg de ideeënrijkdom, van de inwoners van Homs die het overleefden, is minder ingrijpend verwoest dan de infrastructuur van hun stad, voor een verandering van denken is meer tijd nodig dan enkele jaren. Daarom mag je niet verwachten van een vluchteling uit Homs die in Nederland is toegelaten dat hij onmiddellijk onze normen en waarden overneemt. Ik herken inmiddels de kinderen van het Syrische gezin in de straat van m’n groentenman. De jonge moeder houdt zich schuil achter dikke gordijnen, ik heb haar nooit gezien. Hoe reageren man en vrouw op het lesbische stel in dezelfde straat? Ik geloof best dat ze zich willen aanpassen aan het Nederlandse normenstelsel, maar hun geest werkt niet mee, die klampt zich vast aan het vertrouwde.
Werkte de geest van de mens in het verleden soepeler? Ik kan het me niet voorstellen. Een edelman, een vertegenwoordiger van de hogere burgerklasse of een hogere prelaat van de Rooms-Katholieke Kerk kan niet in 1500 plotseling besloten hebben te stoppen met schaken.
 En toch deden ze dit massaal, al die Franse mensen die daarvoor zo veel en graag schaakten. Hoe ik dat weet? Wel, er gebeurde in Frankrijk iets dergelijks als twee eeuwen daarvoor in Engeland. Engelse schakers zeiden niet “Schaken” maar “Op het geruite bord spelen”, To play at the checker. Toen de dammers in Engeland gingen dammen op het schaakbord, pikten ze dat “To play at the checker” van de schakers in. In Frankrijk hadden triktrakspelers een nieuwe naam voor hun spel nodig, het traditionele Jeu des tables voldeed niet meer. Ze kozen voor Jeu des eschecs, dat tot dan toe schaakspel betekende. Klik hier voor de linguïstische achtergrond.

 Onze communicatie is afhankelijk van woordstabiliteit: woorden mogen niet snel verdwijnen en moeten hun betekenis behouden, anders raken we onze grip op de wereld kwijt. Zowel in Engeland als in Frankrijk ging het mis, hoe kon dit? Dat To play at the checker in de 14e eeuw z’n betekenis schaken verloor, wijst erop dat schaken in Engeland een maatschappelijk zwakke positie innam, zie hoofdstuk 15. Voor het 16e-eeuwse Frankrijk geldt hetzelfde: triktrakspelers konden hun spel alleen Jeu des eschecs noemen indien deze spelnaam nauwelijks werd gebruikt, althans niet door het grote publiek. Geschaakt werd er in Frankrijk wel degelijk, tussen 1500 en 1700 verschenen er schaakboeken [Eales 1985:87,91-2,98,100]. Voor het grote publiek echter moet het schaakspel onzichtbaar zijn geweest. Er waren dus weinig schakers en die weinigen schaakten in besloten kring.
 Toen ik hierboven schreef dat de betere Franse kringen in 1500 massaal stopten met schaken, produceerde ik onzin. Psychologische lariekoek, eenmaal schaker altijd schaker. En het is me niet bekend dat er in 1500 een soort elitaire ebola rondwaarde waaraan vertegenwoordigers van de betere kringen bij bosjes bezweken. Welnu, wanneer schaken in de 16e eeuw nauwelijks werd gespeeld, was dat in de 15e eeuw eveneens het geval.
 Werd schaken misschien tot zeg 1450 bijzonder veel gespeeld maar boette het daarna sterk aan populariteit in? Welnee. Althans, er is niets dat erop wijst, vergelijk bijvoorbeeld inventarisaties uit de 15e eeuw met inventarisaties uit de 14e eeuw en de 15e-eeuwse citaten uit de literatuur in Murray’s “History of chess met zijn citaten uit de 14e eeuw. Ik blijf bij mijn conclusie: in middeleeuws Frankrijk is schaken verre van populair geweest.
 Hiermee kom ik in conflict met de traditie, die wil dat het schaakspel in de middeleeuwen ongeëvenaard populair was. Ik moet in hoofdstuk 17 dus aantonen dat ons denken over de positie van het schaakspel niet deugt. En wanneer me dat niet lukt? Tja, dan heb ik een probleem.

 

%d bloggers like this: