23. Naar de oorsprong
In dit hoofdstuk stel ik de vraag waar en wanneer het damspel kan zijn ontstaan. De enige gegevens die ik heb zijn namen voor het damspel, wat me dwingt methodes te gebruiken die de linguïstiek me levert. Gelukkig hoef ik het wiel niet zelf uit te vinden maar kan ik de kennis benutten die door tientallen knappe koppen is vergaard in een proces van langer dan een eeuw. Ik zet drie stappen; elke stap voert me verder het verleden in.
De eerste stap zette ik al in hoofdstuk 10 en 11: ik stelde vast dat tussen 1300 en 1350 het damspel werd overgezet van een lijnenbord op een geruit bord. Het spel op het lijnenbord werd in 1283 in Spanje beschreven.
Van het damspel op het lijnenbord ken ik de namen in drie Romaanse talen: merelles (Frans), marella (Italiaans), marro (Spaans), namen die teruggaan op het Latijnse woord marrus = steen, spelschijf.
Het Frans, Italiaans en Spaans zijn voortzettingen van het Latijn. Niet van het Latijn zoals dit rond het jaar 0 werd gesproken door bekende figuren als de redenaar Marcus Tullius Cicero of keizer Julius Caesar maar door de verschillende stammen die in later eeuwen het grondgebied van het huidige Frankrijk, Italië en Spanje bevolkten en die elk hun eigen dialect hadden. Die dialecten noemen we vulgair Latijn, volks Latijn. De stammen die vulgair Latijn spraken maakten elk een eigen ontwikkeling door. En een eigen ontwikkeling betekent altijd en overal dat de dialecten van elkaar gaan verschillen. We zien dit mechanisme terug in de verschillende namen voor het lijnendamspel.
Hoe lang zo’n ontwikkeling duurt, valt bij gebrek aan gegevens niet te zeggen. Vier eeuwen, acht eeuwen (?). Omdat we geen bewijsplaatsen van de Romaanse spelnamen kennen van vóór 1000 n.C., valt dat niet te bepalen. Dit spoor loopt dus dood.
Echter, ik kan een tweede stap zetten doordat het lijnendammen nog een tweede naam had: querque. Dit woord gaat terug op het Latijnse woord calculus. Met z’n betekenis steen, speelschijf, is dit woord een synoniem van marrus. Eind 13e eeuw komt de naam querque voor in het handschrift dat werd aangeboden aan koning Alfonso X van Castilië en Léon, een gebied met veel Moorse culturele invloeden. In de 7e eeuw werd diezelfde naam gebruikt door een der vertrouwelingen van Mohammed, Aboe (Abu) Huraira, ook wel Abi Horayra (600-678): hij schreef over qirq spelende moslims. Daarmee maken we een sprong naar de 7e eeuw: toen speelden dammers hun spel op het lijnenbord.
Lijnendammen in Sevilla (Spanje) 1283
De derde stap. Hoe kwam het Latijnse woord calculus in het Arabisch terecht? Wel, leden van een Arabisch sprekende stam moeten het hebben ontleend aan een Latijn sprekende stam. Waarom?: omdat ze het lijnendammen overnamen en daarmee meteen de Latijnse naam voor dit spel? Een dergelijke ontwikkeling valt onmogelijk te achterhalen. In welke eeuw vond de ontlening plaats?: 4e eeuw, 6e eeuw? Wederom: onmogelijk te achterhalen.
Gelukkig helpt Aboe Huraira ons opnieuw een stap terug in de tijd te zetten. We weten door hem, dat er in de 7e eeuw twee namen voor het lijnendammen waren, namelijk een naam gebaseerd op het Latijnse woord marrus en een naam gebaseerd op het Latijnse woord calculus. Eén naam is de oudste. Naast deze eerste naam ontwikkelde zich een tweede, maar daar gaat tijd overheen. Hoeveel tijd?: een eeuw, twee eeuwen, drie eeuwen? Onmogelijk te zeggen, een ontwikkeling kan snel en langzaam gaan. Maar zelfs wanneer ik een snelle ontwikkeling aanneem, mag ik vaststellen dat er in de gebieden die het huidige Frankrijk, Italië en Spanje omvatten omstreeks 500 n.C. werd gedamd. Jason en Hercules dammend op de Argo voordat ze in Colchis het Gulden Vlies gaan terughalen (1450-1475). Onder: het bord der Argonauten met de schijven
Zo oud is het damspel. Waarschijnlijk is het ouder, maar hoe oud is niet vast te stellen. Het damspel is ongetwijfeld de ontwikkeling van een spel met sprongslag maar zonder promotie. Waar en wanneer dat spel promotie kreeg, is verborgen in de mist van het verleden.
Bij promotie denk ik aan het schaakspel, een spel dat ‒zeer waarschijnlijk‒ jonger is dan het damspel. In de 15e eeuw beïnvloedde het damspel de promotie in het schaakspel, en zoals ik nog zal aantonen ook in de 18e eeuw. Reden voor een voorzichtige vraag: “Heeft het eerste schaken de promotieregel van het damspel geleend?”. Het ziet er niet naar uit: we vinden de eerste sporen van het damspel in gebieden in de Romeinse invloedssfeer, terwijl het eerste schaakspel ontstond in een geheel andere culturele invloedssfeer. Aan de andere kant: we weten te weinig van het verleden om de vraag ontkennend te kunnen beantwoorden.
Een andere vraag is, waarom er in het vulgair Latijn twee namen voor het lijnendamspel circuleerden. Die vraag probeer ik in hoofdstuk 24 te beantwoorden.
