Hoofdstuk 57

57. De Bonapartes
 Nederland is een eigenaardig land. Vroeger, zeg in de 17e en 18e eeuw, was Nederland een republiek en hadden buurlanden als Engeland en Frankrijk een koning. Vandaag heeft Nederland een koning en leven de Engelsen en Fransen in een republiek. Nóg eigenaardiger: de eerste Nederlandse koning was de zoon van een Italiaan die dienst nam in het Franse leger. En het eigenaardigst is wel dat die eerste Nederlandse koning op de troon werd gezet door zijn broer.
 De broer luisterde naar de naam Napoleon Bonaparte, zelfverklaarde keizer van Frankrijk. Napoleon had Nederland veroverd, daar zijn broer Lodewijk Napoleon gedropt en hem tot koning uitgeroepen. Dat was in 1806.
 In 1810 kreeg Lodewijk Napoleon het bevel naar Frankrijk terug te keren. Hij papte namelijk naar de zin van zijn broer te veel met de Nederlanders aan en diende aldus meer de Nederlandse dan de Franse belangen. Exit eerste koning in de Nederlandse geschiedenis.

Amsterdam 1810: Lodewijk Napeolon gaat terug naar Frankrijk

Pseudo-geschiedenis
 De eerste Nederlandse koning meldde zich in 1806 aan bij de schaakvereniging in zijn woonplaats Den Haag. Was Lodewijk Napoleon Bonaparte een schaker? Moeilijk te zeggen, want de Haagse vereniging was in de eerste plaats een sociëteit, een bijeenkomst van heren afkomstig uit de Haagse elite; het schaakspel diende als voorwendsel voor het onderhouden van betrekkingen en het aanknopen van nieuwe relaties (hoofdstuk 56).

Was keizer Napoleon een schaker? Er gaan verhalen rond dat deze verzot zou zijn op het spel, er zijn zelfs drie partijen van hem opgetekend. Maar de bronnen zijn twijfelachtig. De berichtgeving van schaakzijde over André Philidor bleek niet geheel betrouwbaar. Wat zeg ik?: de berichtgeving was nogal onvolledig. Philidor klaagde luid over de grote invloed van dammen op schaken, maar geen schaakhistoricus die er melding van maakte. Het patroon herhaalt zich rondom keizer Napoleon en zijn broers, zo wordt me duidelijk uit artikelen die Wim van Mourik in 1996 en 2016 publiceerde in “Het Damspel”. Ik neem zijn informatie over.

Corsica
 Vader Bonaparte bracht zijn kinderen groot op Corsica. Het geboortehuis is ingericht als museum, aldus Van Mourik. Hij trof er twee spelborden aan.
 Een: een ingelegd bord met 10×10 geschakeerde velden. Een dambord dus.
 Twee: een tweezijdig bespeelbaar bord met aan de ene kant een triktrakpatroon en aan de andere kant een geschakeerd patroon van 8×8 velden. Zolang we niet weten of er alleen schijven of schijven en schaakstukken bij hoorden, weten we niet of het diende als dambord of als schaakbord. Maar waarschijnlijk was het een schaakbord. Joseph, de oudste zoon, werd namelijk door zijn omgeving als een slappeling beschouwd omdat hij zijn tijd vermorste met dammen en schaken [“Soribner’s Monthly Illustrated Magazine” oktober 1887:76]. Hij deed er goed aan een voorbeeld te nemen aan zijn jongere broer Napoleon, dat was tenminste een mannetje!

Triktrakbord en 64-veldenbord [Louvre, Parijs]

Amsterdam
 In 1811 bracht keizer Napoleon een bezoek aan Amsterdam. Hij logeerde in het paleis op de Dam, in het centrum van de stad.
 Zoals een belangrijke gast betaamt, had Napoleon nogal wat noten op zijn zang: hij wenste in de vleugel waar de stad hem had ondergebracht een dambord, dus eentje met 10×10 ruiten, alsmede een triktrakbord. De paleisintendant kocht speciaal twee kostbare dobbelstenen, opdat de keizer kon triktrakken. De eis van Napoleon roept een vraag op: tegen wie damde en triktrakte hij? Tegen mannen uit zijn gevolg? Tegen zijn echtgenote, de keizerin?
 De keizerin, Marie Louise, ontpopte zich als een lastige dame. Zij wenste in haar vleugel de plaatsing van een biljart. En in haar kamer wenste zij een po ‒”Een grote alstublieft!”‒ en een missaal. Een missaal? Daar was in Nederland officieel niet aan te komen, want dat was het attribuut van afgodendienaars. Zo zagen de Nederlanders, belijders van de Protestante eredienst, de Rooms-Katholieken, als afgodendienaars. In deze tijd was een Rooms-Katholiek hier een tweederangsburger.

Fontainebleau
Napoleon had zich met zijn entourage gevestigd in Fontainebleau. Wat voor spelletjes deed men daar aan het hof? We weten dat uit de spullen die het hof bestelde bij de Parijse meubelmaker Martin Guillaume Biennais. Biennais ontwierp en maakte meubelen voor de aanzienlijken van Frankrijk
 Eind 19e eeuw publiceerde Alphonse Maze-Sencier een overzicht van de meubels en spelattributen die Biennais aan Fontainebleau leverde. In 1804 kaarttafels, damborden en schaakborden. In 1810 zes schaakborden en zes damborden van walnoten- en kersenout. Die twaalf borden kostten 83 francs. Daarnaast twee damborden van mahoniehout met schijven van groen en wit ivoor. Deze twee damborden en schijven kostten heel wat meer dan de twaalf andere borden: 280 francs.
 De grote aantallen dam- en schaakborden suggereren dat Napoleon ze gebruikte als relatiegeschenk.
 Biennais deed een doekje open over het spel aan het hof: “Ze kaarten, dammen en schaken er en spelen ook graag dolfijnenlotto”. Dolfijnenlotto is een spel met genummerde schijfjes.
 Wat opvalt: het hof nam van Biennais geen triktrakborden af. Biennais maakte ze wel, op zijn vignet staat een geopend triktrakbord. Tijdens zijn bezoek aan Amsterdam echter wenste Napoleon een triktrakbord. Hoe dit te verklaren?
 Naast een triktrakbord staat op Biennais’ vignet een dambord. Geen schaakbord. Napoleon kocht dam- én schaakborden. In Nederland vroeg hij echter een bord om te dammen, geen bord om te schaken. In 1810 kocht hij weliswaar een aantal “gewone” damborden en schaakborden maar daarnaast twee kostbare damborden met kostbare schijven. Het vignet van Biennais wekt de suggestie dat de interesse van zijn clientèle meer uitging naar damborden dan schaakborden, en het gedrag van Napoleon lijkt dit te bevestigen.

Vignet van Vaugeois met triktrakbord en dambord
%d bloggers like this: